Jonge kunstenaars uit Zimbabwe

PERSOONLIJK WERK UIT EEN LAND IN VERVAL

In de geschiedenis van een galerie wordt de geschiedenis van een land zichtbaar. Deze tentoonstelling bestaat uit werk van kunstenaars van Gallery Delta in Harare, Zimbabwe.
Die galerie wordt in 1975 opgericht. Ze wordt in het begin overeind gehouden door vrijwilligers. De kunst die wordt getoond is vaak van Europese kunstenaars die in Afrika verblijven. Eind jaren tachtig ontstaat er een generatie van eigen kunstenaars, gestimuleerd door de BAT Workshop waar velen het vak leren of de kans krijgen het vak uit te oefenen. Omdat de galerie ook gunstige leningen aan ze verstrekt en bij verkoop van werk maar 25 % commissie rekent begint zich echt een beweging af te tekenen.
Eind negentig, begin tweeduizend zorgen de dramatische politieke ontwikkelingen voor een crisis. Jonge kunstenaars sterven of vertrekken. Delta heeft steeds meer moeite het hoofd boven water te houden. Desondanks slaagt de galerie erin om, met steun van het Nederlandse HIVOS, bijna tien jaar lang een kunsttijdschrift uit te geven dat het voor elkaar weet te krijgen om de Afrikaanse kunst een ruimere aandacht en een bredere verspreiding te geven. In 2003 stopt het tijdschrift ‘Gallery’.
Nu is de situatie van Delta dusdanig kritiek, dat het maken van tentoonstellingen volledig afhangt van sponsoring of andere gelden van buitenaf.

In tegenstelling tot de vorige tentoonstelling met werk van Zimbabwaanse kunstenaars is deze presentatie veel minder politiek. Het lijkt er zelfs op, dat de kunstenaars zich in hun werk afkeren van de politiek en zich vooral richten op hun eigen dagelijkse leven. Dit wil overigens niet zeggen dat ze zich geen betrokken kunstenaars tonen. Ze hebben er alleen voor gekozen het engagement niet of niet meer uit te schreeuwen. Wellicht gedwongen door de onveilige situatie.
Freddy Tauro schildert met veel kleuren zijn directe omgeving. Uitzichten en landschappen inspireren hem met name. Hij lijkt een wat ongeoefende stijl te hanteren, maar dat is schijn. Hij kiest er bewust voor de werkelijkheid te vervangen door de suggestie daarvan. Daarmee bouwt hij een verhaal in, dat verloren zou zijn gegaan als hij zijn omgeving natuurgetrouw had weergegeven.
De schilderijen van Cosmos Shiridzinomwa (1974) zijn kleurig en krachtig. In verfstreken die parallel lopen aan elkaar – zoals Van Gogh dat vaak deed en zoals ook Karel Appel dat in een bepaalde periode van zijn carrière deed – geeft hij inzichten in interieurs, in kasten, in ruimtes van een huis. Mensen ontbreken, maar de kleren die ze droegen of het meubilair dat ze gebruikten maakt dat hun aanwezigheid voelbaar blijft. In enkele werken zorgt de techniek van Shiridzinomwa ervoor dat de vorm de inhoud overwoekert en de figuratie verandert in abstractie.

De twee andere kunstenaars zijn vrouwen. Een zeldzamer verschijnsel in veel Afrikaanse landen.
Virginia Chihota (1983) plaatst vaak menselijke figuren tegen een abstracte of formele achtergrond. Ze gebruikt verschillende technieken door elkaar. Bijvoorbeeld drukken en schilderen. Ze bouwt haar werken meestal op als een collage. Ze verwerkt bestaande beeldelementen en verbindt die letterlijk met naald en draad aan elkaar. In enkele werken op papier vult ze grote stukken niet in. Die witte vlakken zorgen voor mysterie en maken een eigen verhaal mogelijk. Chihota’s figuren zijn veelal vrouwen. Misschien is er zelfs sprake van zelfportretten.
Portia Zvavahera (1985) kiest vooral voor kinderen als thema. De vlekkerige, ruwe, onaffe en hier en daar uitvergrote manier waarop ze die weergeeft, doet me denken aan het vroege werk van veel CoBrA kunstenaars. Niet voor niets, want ook zij wilden de onbevangenheid van een kind in hun beeldtaal tot uitdrukking brengen. Net als Chihota combineert Zvavahera verschillende technieken met elkaar. De achtergrond van sommige werken lijkt gedrukt, waarna ze hem met penselen en kwasten heeft bewerkt. Indirect en wellicht onbewust stelt de kunstenaar zo de thematiek van de originaliteit ter discussie.

De schilderijen in deze tentoonstelling zijn vooral persoonlijk. Ze onttrekken zich aan de maatschappelijke ontwikkelingen in Zimbabwe. Ze richten zich op het weinige dat veel mensen nog bezitten. Zichzelf.

G23, februari 2009.