“The fact that Picasso had an intimate relationship with African objects is not in doubt; but there is little evidence of an interest in Africans as human beings and producers of culture beyond his general interest and involvement in anti colonial and other radical movements.”
Simon Gikandi, 2006.
“The art world likes to see itself as completely open to everything new, but is in fact governed by habits, conventions and methods that constitute an unspoken set of rules that every postulant has to be able to master. “
Jean-Hubert Martin, 2004.
“African artists have no choice but to accept the fact that in one way or another they will always be foreigners.”
Simon Njami, 2004.
“The one-sided contest for authenticity that the West insinuates, its overbearing desire to claim originality as a preserve and to dismiss others as inauthentic and mimetic, in several aspects parallels its current paranoia over territory, the anxiety that it is about to be overrun by outsiders.”
Olu Oguibe, 1999.
“Nadat we hun kunstschatten hadden gestolen, hebben we dat ook met hun grondstoffen gedaan, met gebruikmaking van hun arbeidskrachten. We hebben alles van ze afgepakt en we hebben ze keer op keer voorgehouden dat ze nergens goed voor waren. Nu is de laatste fase aangebroken: we pikken hun intelligente mensen eruit door ze studiebeurzen te geven. En intussen zeggen we nog steeds: die negers zijn nergens goed voor.”
Ex-president Chirac, 2007.
“(…) whereas Western artists often see their work primarily as a vehicle for self-realisation, that attitude is as unfamiliar to African artists as it is in African culture generally (…).”
Sidney Kasfir, 1999.
“Een kunstwerk is goed of slecht. Iemand die spreekt in termen van mooi of lelijk, heeft geen verstand van kunst.”
Rob van Koningsbruggen, 2007.
“Who creates meaning for African art? It is difficult not to conclude that it is largely Western curators, collectors and critics (…) rather than the cultures and artists who produce it. “
Sidney Kasfir, 1999.
“(…)beauty is socially constructed (…) if whiteness is used as a standard of beauty or anything else, then the value of blackness is diminished (…).”
Toni Morrison, 1970.
“De meeste Afrikaanse kunstenaars hebben in ieder geval iets te melden. Soms een beetje te veel, maar dat zij ze vergeven. Altijd beter dan mooie nikskunst.”
Anoniem, 2004.
“Maar de massamedia dragen, bewijst Enwezor met ‘Snap Judgements’ (fototentoonstelling in het ICP in New York in 2006, rp), collectief onontkoombaar schuld aan de westerse oogkleppenvisie op Afrika. De beelden van geweld, ziekte en dood benemen het zicht op een werelddeel dat oneindig veel complexer, gelaagder, veelzijdiger en rijker is dan het ‘Afro-pessimisme’ (Enwezor) dat de massamedia belijden.”
Arno Haijtema, 2006.
“The role of artists and intellectuals is another matter. It is their task to provide a different environment for reasonable discourse on Africa and, through such discourse, call into question the prejudicial misrepresentations that characterize the works of thinkers and writers like Hegel, Naipaul, Joseph Conrad, Ryder Haggard, and many others.”
Okwi Enwezor, 2006.
“But Black is still only beautiful as long as it keeps within White frames of reference.”
Rotimi Fani-Kayode, 1987.
“Natuurlijk moet kunst kwaliteit hebben. Waar die kunst ook vandaan komt. Alleen bestaat er niet zoiets als universele kwaliteit. Daar moeten wij westerse critici erg aan wennen. Als wij oog in oog staan met niet-westerse kunst zijn we onze handvaten kwijt, onze zekerheden. Dat is lastig. Maar dat geeft ons nog niet het recht uit hetzelfde westerse vaatje te blijven tappen. Beter je oordeel opschorten dan je oordeel tot vooroordeel verminken.”
Rob Perrée, 2002.
“They are adopting elements of the look of Western artworks – elements of style, iconography, and materials – from aesthetic appetite alone, not much caring about the conceptual issues or culture-specific contents that we think saturate them.”
Thomas McEvilley, 1999.
“Contemporary African art dispels (…) the notions that modernity and contemporaneity are exclusively European and American, and that Africans are incapable of renewal or individual creativity. (…) Today African artists are participating in major international shows, and will undoubtedly exert an influence on those of the First World.”
Marilyn Martin, 2001.
“Armoede maakt niet creatief maar onderontwikkeld. En kunst is niet goed omdat het verkoopt, maar omdat het aanzet tot nadenken.”
Lily van der Stokker, 2007.
“This generation appears to be very attracted by Europe – a mistake in my opinion. We cannot shift overnight from one reality to another. We are a relatively young continent and have lots to discover about ourselves. We should get to know ourselves better before trying out new experiences.”
Malick Sidibé, 2001.
“Het bijzondere van hedendaagse Afrikaanse kunst is, dat de kunstenaar vaak met minimale middelen tot verrassende resultaten komt. En dan heb ik het niet over mooi, maar over ontroerend of aangrijpend.”
Onbekend, 2005.
“(…) they are burdened by the audience expectation that they act through their work as interlocutors for all of Africa, even if they themselves hold a critical view of particular states of affairs on the continent.”
John Peffer, 2003.
“(…) I think there is a way in which curators join people together for the wrong reasons. I also think I find affinity with a lot of artists who are not necessarily of African background but with whom I maybe share something.”
Yinka Shonibare, 2003.
“Ik kan niet-westerse kunst niet beoordelen omdat ik de context niet ken waarbinnen ze gemaakt wordt. Het valt me overigens op dat het etiket niet-westers nooit op goede kunst wordt geplakt.”
Janneke Wesseling, 2002.
“Contemporary African art emerged out of various national art movements that were developed in Africa during colonial and postcolonial periods. (…) Contemporary African artists (…) produce their work in critical dialogue with that of artists in Western Europe and North America.”
Okwi Enwezor, 2006.
“The art of Africa is still terra incognita to the West.”
Holland Cotter, 1999.
“Hedendaagse Afrikaanse kunst staat heel dicht bij het leven. Het gaat over wat mensen direct meemaken, of dat nou politiek, economisch of religieus is. Het heeft altijd een bedoeling.”
Wouter Welling, 2007.
“Je wordt niet als Afrikaan geboren, Afrikaan zijn is een cultureel effect.”
Yacouba Konaté, 2002.
Rob Perrée
Amsterdam, mei 2007.