DE BINNENSTRAAT (fragment)

DE BINNENSTRAAT

Ben kijkt hoe zijn vriendin de honden voert. Ze praat met ze in een taal die hij niet verstaat. Iedere keer weer voelt hij zich een beetje een buitenstaander. Het is haar wereldje, een wereldje waar hij niet in past. Hij heeft niks met honden en dat rare taaltje zal hij nooit leren. ‘They went with the package’ is zijn standaard antwoord als zijn vroegere kroegmaten hem vragen waarom hij opeens twee honden heeft. Over Maria stellen ze hem geen vragen. Ze hebben geen idee wat hij met die vrouw moet. Een Filipijnse die drie woorden Engels spreekt. Ze is mooi, zeker, ze is vriendelijk, dat ook en ze is altijd vrolijk. Maar een gesprek met haar voeren gaat niet. Niet alleen omdat ze nauwelijks Engels en al helemaal geen Nederlands spreekt. Ze heeft gewoon niets te melden. Als ze niet met koken bezig is, zit ze voor de televisie. Voortdurend zappend. Ben laat de honden uit. Als er wat te tillen of te dragen is helpt ze mee. Als de buren haar toevallig in de lift tegenkomen lacht ze vriendelijk.
Anderhalf jaar geleden was Ben nog getrouwd. Vader van een zoon van twintig. Samen met zijn vrouw had hij een apotheek in Leiden. De oudste apotheek van Nederland. ‘Sinds 1696’ staat er trots boven de deur. Gevestigd in het oorspronkelijke, maar vele keren gerestaureerde en onopvallend uitgebreide pand in het centrum van de stad. Ze woonden boven de winkel. Een ruime woning, veel antiek en kunst aan de muren. Oude kunst. De tekening van Rembrandt was al eeuwen in familiebezit. Geldzorgen waren er nooit. De apotheek liep goed. De familie van zijn vrouw had er in de loop der jaren een fortuin mee opgebouwd. Voor de buitenwereld waren ze het ideale gezin. Ben-Jan had net zijn kandidaats economie gehaald. Cum laude. Hij was zijn hele leven al het slimste jongetje van de klas. Ans stimuleerde dat. Ze stoorde zich mateloos aan de zesjescultuur. Ben had liever een zoon gehad die van voetballen hield en af en toe eens een dronken thuiskwam. Dat zat er niet in. Ben-Jan was braaf. En rechts. Hij kon de meest afschuwelijke opmerkingen over buitenlanders maken. Van hem mochten ze allemaal op de boot terug naar Afrika. Geld verdienen was zijn doel. Groot geld. Daarom wilde hij ook niet in de apotheek. Tot verdriet van zijn moeder. De familietraditie dreigde te worden verbroken. Ze vertrouwde er echter op dat hij eens zou terugkomen op zijn beslissing. Ben liet haar in die waan. Hij wist dat het niet waar was. Ben-Jan mocht dan braaf zijn, hij was ook koppig. Dat had hij van hem en eigenlijk was hij daar trots op. Ans had niet altijd en in alles de regie.
Op een kerstvakantie in Miami was het gebeurd. Zomaar. Terwijl Ans aan het shoppen was voor kerstcadeautjes, botste Ben letterlijk tegen Maria op. Hij stamelde een excuus terwijl hij haar onder de arm greep zodat ze niet viel. “No problem, no problem”, zei ze met een Monroe-achtig stemmetje en charmant rollende r. “What’s your name?” vroeg ze meteen daarna. Ben was overdonderd. “What’s your name please.” Toen hij zijn naam noemde, een beetje aarzelend, alsof hij het over iemand anders had, reageerde ze blij verrast. “How nice, how nice.” Ben begreep haar enthousiasme niet. Kon een naam nog doordeweekser zijn? “Do you like a drink?”. Maria vroeg het alsof ze haast had. Toen hij dan ook niet onmiddellijk reageerde, nam ze hem bij de arm en duwde hem in de richting van een openlucht bar, aan de rand van het strand, met uitzicht op de zee. Voordat hij het zich goed realiseerde, zat hij naast haar op een oranje barkruk met een gifgroene cocktail voor zijn neus. Binnen tien minuten was zijn wereld totaal op zijn kop gezet. Hij had geen enkel verweer.
’s Avonds belde hij Ans op haar voicemail. Vanuit een hotelletje in de Cubaanse wijk van Miami. In een paar zinnen deelde hij haar mee, dat hij iemand had ontmoet en dat hij besloten had voorlopig in Miami te blijven. Hij zou het later wel uitleggen. Snel hing hij op, bang dat Ans alsnog haar mobiel zou oppakken.
Nu woont hij met haar in een apartement in de Bijlmer. Een kale ruimte die dringend aan een opknapbeurt toe is, een paar afgedankte stoelen, een oude eettafel, een grote flatscreen tv, een magnetron en, in een van de slaapkamers, een enorm rond bed. Verder tientallen dozen. Geen verhuisdozen – er viel niets te verhuizen. Ans had meteen andere sloten in de deuren laten plaatsen – maar dozen met medicijnen. Om wat geld te verdienen is Ben een internetapotheek begonnen. www.medicijnaanhuis.nl Het heeft even geduurd, maar nu stromen de aanvragen binnen. Over de wettelijkheid van zijn bedrijf maakt hij zich voorlopig geen zorgen. Hij is bevoegd apotheker en hij moet wat.
Hij knikt Maria bemoedigend toe als de honden, hun bek aflikkend, terugsjokken naar hun mand.