Nola. Portret van een eigenzinnige kunstenares

Nola Hatterman
Door Ellen de Vries
Portret van een eigenzinnig kunstenares
Klapwijk & Keijsers Uitgevers Amersfoort
2009

Nola Hatterman (1899-1984) was van redelijk goeden huize. Al als kind was dwarsliggen haar tweede natuur. Ze wilde vooral haar eigen gang gaan. Als jong meisje ging ze bij het toneel. Tot grote rollen kwam het echter niet. Ze ontdekte snel dat de kunst haar ware liefde was. Bovendien raakte ze in toenemende mate gefascineerd door ‘de neger’. Ze had contact met Surinamers die in Nederland studeerden of werkten. Velen poseerden voor haar.
‘De neger’ werd het thema van haar precieze, realistische tekeningen en schilderijen. Dat was in die tijd – de jaren dertig – nogal ongebruikelijk. Haar werk riep verbaasde reacties op.

Na de oorlog was het realisme uit. Via andere stromingen en stijlen wilden kunstenaars bewust afstand nemen van de jaren ’40-’45.
Hatterman hield vast aan haar stijl. Dat en het feit dat ze zich in uiterst linkse kringen bewoog, zette haar meer en meer in de marge. Daarvoor was ze ‘te groot’.
In 1953 ging ze naar Suriname om er nooit meer weg te gaan. Al snel gaf ze les aan talentvolle jongeren. Daar groeide een school uit. Omdat ze ook hier haar eigenwijze gang ging, kwam ze in conflict met allerlei mensen. Dat ze niet open stond voor nieuwe ontwikkelingen was daar grotendeels debet aan. Bovendien weken haar opvattingen over de emancipatie van ‘de neger’ af van wat veel Surinamers zelf vonden. Zij dacht dat het voldoende was de zwarte medemens mooi en met respect af te beelden. Ze deed dat echter vanuit Westerse opvattingen over beeldende kunst. Ze ging voorbij aan de oorspronkelijke, Surinaamse cultuur.
De laatste jaren trok ze zich terug in de ‘bush’, maar bleef tot op hoge leeftijd studenten de beginselen van de kunst bijbrengen.
Op weg naar de opening van een tentoonstelling waarin werk van haar te zien was sloeg de auto van haar ‘chauffeur’ over de kop. Ze was op slag dood.
Uit respect voor wat ze voor het land gedaan had en uit bewondering voor haar persoon werd een opleidingsinstituut voor studenten in de beeldende kunst naar haar genoemd: het Nola Hatterman Instituut.

De biografie leest als een spannend verhaal. De kleurrijkheid van Hatterman komt voldoende tot zijn recht. Alleen blijkt het gaandeweg een gemis dat de auteur geen kunsthistorische achtergrond heeft. Haar kunstenaarsschap blijft onderbelicht en vooral haar achterhaalde opvattingen over kunst en het doceren van kunst blijven teveel in het vage. Het lijkt nu alsof het controversiële van haar persoon vooral te maken had met haar vrije en eigenzinnige manier van leven.

RP