PIERTOPLOLIS
Een pier staat symbool voor aankomst en vertrek. Door de eeuwen heen verplaatsen mensen zich. Nu meer dan ooit. Om allerlei redenen. Uit nieuwsgierigheid. Om zichzelf een goede tijd te bezorgen. Uit nostalgische overwegingen. Op zoek naar geluk. Een betere wereld. Hun geliefde(n) achterna. Op zoek naar hun identiteit. Hun DNA. Hun afkomst. Omdat ze gedwongen worden. Door anderen of door de omstandigheden. Om de wereld te verkennen. Om zich ergens anders te vestigen. Uit onvrede. Voor werk. Tijdelijk of voorgoed. Om nooit meer terug te keren en volledig op te gaan in de elementen.
Dat maakt een pier ook tot een locatie om te dromen of te filosoferen over vertrek. Om je te bezinnen. Te reflecteren. Dat maakt de pier tevens tot een plek waarop mensen samenkomen. Uit verschillende landen en culturen, om uiteenlopende redenen. Om afscheid te nemen. Om te begroeten.
Was de ‘State of L3’ een project waarin Antonio Guzman zich nog beperkte tot een zoektocht naar zijn eigen DNA – hij komt uit Panama, heeft Afrikaanse roots en woont in Nederland – in ‘Piertopolis’ breidt hij zijn concept uit, geïnspireerd door (onder)zoekers als Bas Jan Ader en aangespoord door de toekomstfilosofieën van kunstenaars en architecten als Fuller en Constant.
Op zijn reizen maakt Antonio Guzman foto’s en films. Alleen, samen met anderen, afhankelijk van de situatie, de omstandigheden ter plaatse, de mogelijkheden. Niet om de ogen te strelen of te verleiden, maar om de kijker getuige te laten zijn, te informeren, te stimuleren, te inspireren of te verbazen. Bij de presentaties van zijn (zoek)tocht gaat hij uit van de pier als constante, als stabiel uitdrukkingsmiddel. De bezoekers kunnen zich daarop verzamelen. Zich met elkaar verbinden. Wat ze (daarnaast) op de diverse tentoonstellingsplekken te zien krijgen is iedere keer anders. Het visuele dagboek van Guzman is immers een soort documentatie van zijn tochten of reizen, van zijn ontmoetingen met anderen, met andere kunstenaars, met gelijkgestemden of andersdenkenden. Dagboeken volgen geen stramien, ze volgen de grilligheden van het dagelijks leven.
Het interessante van ‘Piertopolis’ is, dat Antonio Guzman erin slaagt zijn persoonlijke problematiek of thematiek naar een universeel niveau te tillen. Daardoor maakt hij het persoonlijke urgent. Hij maakt het tot iets waar iedereen mee te maken heeft of krijgt. Hij dwingt als het ware betrokkenheid af.
Dat hij het aandurft om zijn presentaties tot op het laatste moment te laten afhangen van de omstandigheden, de mogelijkheden en de mensen met wie hij werkt of moet werken, zorgt ervoor dat ze altijd verrassend en vernieuwend blijven, ook al bewegen ze zich binnen een bepaald concept. Wat hij in Amsterdam laat zien is anders dan wat hij in New York toont. Zijn ‘visuele dagboek’ in het Noorse Bergen krijgt een andere vorm dan dat in Dakar.
Antonio Guzman geeft de omschrijving ‘ongoing project’ op verschillende niveaus inhoud.
Rob Perrée
Amsterdam, september 2011.