DE dOCUMENTA (13) VERTELT INSPIRERENDE VERHALEN
In een middelgrote zaal staan links een paar honderd dozen opgestapeld. Tegen de wanden zijn grote tot levengrote tekeningen geplakt. Eenvoudig, voornamelijk omtreklijnen, bijna stripachtig. Tussen en op de tekeningen handgeschreven teksten. Slordig, soms onleesbaar, in verschillende kleuren, groot opgeblazen. Vaak zijn het korte zinnetjes – “Teddy, sit up, I want a divorce” – maar er zitten ook volledig volgeschreven pagina’s tussen. Op de tekeningen en teksten zijn transparante vellen geplakt, die soms ook weer met tekst en beeld zijn bewerkt. Woorden en tekeningen samen vormen een associatief, gelaagd beeldverhaal. Zonder een duidelijk begin of einde. Persoonlijk, grappig, dramatisch, vol onhandig relatiegedoe. Ida Applebroog (1929) heeft me een bewogen levensverhaal laten ‘lezen’. Delen eruit kan ik meenemen. Zo maar. Ze zitten in die dozen. Ik verlaat de ruimte met het idee dat ik een vriendin van Louise Bourgeois heb ontmoet.
dOCUMENTA (13) is een rijk vat vol schokkende, verrassende, vergeten, altijd fascinerende verhalen. Die brengt Carolyn Christov- Bakargiev op een paar manieren. Ze heeft een groot aantal kunstenaars geselecteerd die narratief werk maken. Behalve Ida Applebroog is dat bijvoorbeeld de Poolse Goshka Macuga. Zij presenteert in een ronde ruimte twee wandgrote tapijten waarop ze een zwart-wit foto heeft laten afdrukken. Op beide werken zijn de mensen zo gearrangeerd en gemanipuleerd dat het lijkt alsof ze binnen een Arabische context getuige zijn van een historische gebeurtenis. Hoezo objectieve geschiedschrijving?
De Canadees Geoffry Farmer (1967) geeft een tijdsbeeld door middel van duizenden uit het Amerikaanse weekblad ‘Life’ geknipte foto’s. Ze zijn als een vijftig meter lange, grillge wand tegen een soort tandenstokers geplakt en in schuimplastic gestoken. Ze gaan een relatie aan met elkaar en, voor wie een deel van de jaren 1935-1985 heeft meegemaakt, brengen ze daarnaast ieder voor zich een verhaal of een herinnering tot leven. Door bij een bepaalde periode – bijvoorbeeld de oorlogsjaren – voor uitsluitend zwart-wit materiaal te kiezen en bij fast food advertenties voor felle kleuren, geeft hij de verhalen een persoonlijke toets. Een groep Senegalezen o.l.v. Issa Samb (1945) heeft in het park voor de Orangerie een soort kampement gebouwd. Ze hebben hun leefomgving verplaatst naar Kassel, vertellen ze. Hun verhaal is een haast religieuze vredesboodschap waarin christendom, jodendom en islam elkaars vrienden zijn of tenminste zouden moeten zijn en traditie en heden een veelkleurig huwelijk met elkaar aangaan.
Christov-Bakargiev verdiept haar vertelconcept op andere plaatsen. De manier waarop ze grote delen van de dOCUMENTA (13) heeft geinstalleerd is alsof ze zelf verhalen vertelt. Ze brengt kunstenaars met elkaar in verband, ze linkt werken aan elkaar, ze overbrugt tijden en voegt thematisch samen. Het lijkt een intuitief spel, maar gaandeweg ontdek ik hoe ingenieus, creatief en inspirerend het gespeeld wordt. Werken die op zich een al dan niet cryptische betekenis hebben, verklaren opeens elkaar en trekken het geheel naar een ander of hoger niveau. Het is als een collage waarbij de verschillende onderdelen samen voor een meerwaarde zorgen. Vooral in het hoofdgebouw, het Fredericianum, werkt dit concept uitstekend. Daar vooral speelt ze in op de actualiteit, met name de gebeurtenissen in de Arabische wereld en vervlecht die met andere tijden waarin oorlogsgeweld mensen en cultuurschatten vernietigde. Prachtige, verfijnde objecten van ver voor Christus worden getoond in gezelschap van hedendaagse keramiek, maar ook samen met restanten van vernietigde artefacten. Video’s van recente straatbeelden uit Egypte kijken uit op foto’s die Lee Miller (1907-1977) in oorlogstijd heeft gemaakt, die op hun beurt weer zicht hebben op nieuwe versies van vernietigde Man Ray objecten die in het hart het oog dragen van zijn minnares, dezelfde Lee Miller. Breekbare tekeningen die Vu Giang Huong (193-2011) tijdens de Vietnamoorlog heeft gemaakt worden geconfronteerd met foto’s van Vandy Rattana (1980) waarop te zien is hoe de natuur heeft geleden van die chemische oorlog. Amy Balkin (1967) toont tientallen brieven gericht aan de Unesco waarin ze de organisatie verzoekt om een schone-lucht-park in de buurt van Los Angeles op de Wereld Erfgoed Lijst te plaatsen. Zonder resultaat overigens.
Soms kennen de verhalen minder hoofdstukken en minder vertakkingen en is de afloop voorspelbaarder. ‘The Disobedient/The Revolutionaries’ van Sanja Ivekovic (1949) uit 2012 combineert een historische foto van een Nazi die naar een ingesloten ezel kijkt met gedrukte biografieen van recente helden die onderdrukt en gedood werden (Frank Hampton, Walter Benjamin, Jan Palach, Primo Levi e.a.). Tegenover hun verhalen staat een vitrine met ‘beasts of burden’, ezels die hun naam dragen. Direct naast deze ruimte een eregalerie van portretten van jonge Zuid-Afrikanen die om hun geaardheid in grote moeilijkheden zijn gekomen. Een video vertelt waarom Zanele Muholi (1972) deze foto’s moest maken. Een onopgesmukt en daardoor navrant bewijs dat de geschiedenis zich lijkt te moeten herhalen. De neergehaalde en daardoor misplaatse electriciteitspalen van de Griek Christodoulos Panayiotou (1978) krijgen er een connotatie bij als je daarna de film ‘Secretion’ (2012) van William Doherty (1959) ziet. Daarin wordt op een gruwelijke maar esthetische manier duidelijk hoe milieuvervuiling bomen en mensen vernietigt.
Carolyn Christov-Bakargiev is een kenner van het werk van de Zuid-Afrikaan Willam Kentridge (1955). Ik zie zijn ‘Refusal of Time’ op de valreep. In een kale loods bij de Hauptbahnhof. Een installatie uit 2012 waarin de notie tijd vanuit allerlei perspectieven en vanuit verschillende tijden wordt belicht. Met films, animaties, een tijdmachine, opzwepende geluiden, lezingperformances, tekeningen en nog een aantal andere uitingsvormen. Een enerverend en opzwepend verhaal dat zijn ingredienten wild over me uitstrooit. Ogenschijnlijk onder het motto: kijk maar wat je ermee doet. Mijn associatievermogen draait op volle toeren, ik heb te weinig ogen en oren om alles te zien en te horen. De referenties dringen zich aan me op.
Christov is meer dan een kenner van zijn werk. Ze is een bewonderaar. Ze heeft zich door zijn werk laten inspireren bij het organiseren en installeren van haar dOCUMENTA (13). Het is haar gelukt om er een geweldige editie van te maken.
Rob Perree
Verschenen in Kunstbeeld juli/augustus 2012