Moeders

Het bezoeken van eindpresentaties van academies is geen onverdeeld genoegen.
Meestal voelt het als werk.
Tussen veel grauwheid het licht ontdekken.
Opgeleukt door slechte wijn, Aldi pinda’s en kleffe hapjes van onduidelijke origine.
Om mezelf te vermaken doe ik spelletjes.
‘De docent raden’ is er één van.
Dat verveelt snel omdat het te makkelijk is.
Eén schilderij is meestal voldoende voor het goede antwoord.
Eén sculptuur leidt al naar de hoofdprijs.
‘Bekende kunstenaar raden’ is een aangename variant.
Hoeveel Kiki Smith’s zijn er dit jaar?
(Velen)
Wint Elspeth Diederix het eindelijk van Rineke Dijkstra?
(Het lijkt erop)
Is Pettibon nou nog niet passé?
(Nog lang niet)
Heeft Tracy Emin haar beste tijd gehad?
(Onbeslist)
Telt Sam Taylor-Wood nog?
(Wordt minder)
Is Tillmans al op zijn retour?
(Geen denken aan)
Heeft Louise Bourgeois nog aanhang?
(Meer dan goed voor haar is)
Omdat ook dit spel een hoog open-deur-gehalte heeft, ben ik dit jaar wat anders gaan doen.
Ouders van de geslaagden bekijken.
Een fascinerende bezigheid.
Daar kan geen kunst tegenop.
Zelfs geen slechte kunst.
De vaders zijn het bekijken amper waard.
Die laten als gedweeë bedienden hun vrouw voorgaan.
Handen op de rug, zwijgend, beetje norsig, beetje bedrukt, nauwelijks hun ongeduld verbergend.
Ze verdwijnen snel in een hoekje of verstoppen zich in de bar.
Om met hun lotgenoten opgelucht over voetbal te praten.
Maar dan de moeders.
Er zijn drie categorieën.
De ene is de moederlijke moeder.
Ze gaat voor haar kind, heeft geen idee wat haar kind doet, vindt alles wat ze ziet vreselijk, maar liegt zonder problemen dat ze het prachtig vindt en onderstreept dat met een grote bos bloemen of een dure doos bonbons.
Ze praat met de “collegaatjes” van haar kind, maakt met een stralend gezicht de verkeerde opmerkingen, vertelt op een aandoenlijk manier de meest stuitende anekdotes.
Ze is een schat, maar een bron van schaamte voor haar kind.
Dan is er de artistieke moeder.
De moeder die het zelf had gewild.
Die niet voor haar kind onder wil doen.
Ze is te opvallend gekleed, lippen, nagels en haar in de laatste modekleuren, snapt het werk van haar kind natuurlijk volledig, laat niet na dat luidruchtig uit te dragen, strooit achteloos met bekende namen en denkt dat ze het helemaal maakt.
Ze voelt zich kunstenaar met de kunstenaars.
Al mist ze zelfs het talent om getalenteerd te lijken.
Ze is geen schat en een bron van ergernis voor haar kind.
Dan is er de nuchtere moeder.
Ze begrijpt dat het voor haar kind prettig is dat ze er is.
Ze vindt dat ze er hoort te zijn.
Ze houdt zich op de achtergrond, kijkt belangstellend maar onwetend rond, praat zonder mee te praten, neemt afscheid voordat ze overbodig wordt.
Ze is een schat van het nuchtere soort.

Ik heb dit jaar vele moeders kunnen observeren.
Prettig voor mij, maar slecht voor de kunst.
Hoeveel van die moeders zijn over een paar jaar bereid hun kinderen op te vangen.
Als de werkelijkheid van de kunstwereld heeft toegeslagen.
Als het besef komt dat een kunstacademie vaak een toevluchtsoord is voor matige maar financieel meetellende talenten, een plek waar docenten illusies uitdelen in plaats van kritische adviezen, waar honderden studenten vandaan komen die een stuk gelukkiger zouden zijn geweest als ze er niet op waren gekomen.

KB 2004